Steeds A4-formaat.
Alle onderdelen beginnen tegen de linkermarge.
De NBN-normen worden ingesteld op volgende afstanden:
linkermarge: 3,3 cm of 33 mm;
rechtermarge: 2,0 cm of 20 mm;
bovenmarge: 2,0 cm of 20 mm;
ondermarge: 2,0 cm of 20 mm.
Bij het maken van titels hou je rekening met volgende elementen:
decimale indeling met Arabische cijfers;
elke nieuwe indeling krijgt een titel;
na het laatste cijfer volgt er geen punt;
na elk indelingsnummer volgt een insprong die voor alle niveaus hetzelfde is;
het aantal niveaus blijft beperkt;
na een titel wordt geen leesteken (punt, komma, puntkomma, dubbele punt) geschreven. Een uitroepteken of vraagteken mag echter wel.
Bijvoorbeeld:
1.2.1 Brieven met briefhoofd
Je gebruikt enkele regelafstand.
Voor het plaatsen van witregels hou je met volgende afspraken rekening:
twee witregels voor een titel;
één witregel na een titel;
tussen twee opeenvolgende titels slechts één witregel;
tussen twee alinea's één witregel;
voor en na tabellen, opsommingen of tekstdelen met insprong komt één witregel;
voor en na aanduidingen als 'opmerking, voorbeeld' komt één witregel.
Voor het gebruiken van opsommingen hou je met volgende afspraken rekening:
begint tegen de linkermarge, eventueel voorafgegaan door een opsommingsteken;
opsommingen in een zin volgen op een dubbele punt;
de delen van de opsomming beginnen met een kleine letter;
grote tekstdelen eindigen op een puntkomma;
korte begrippen kunnen op een komma eindigen;
het laatste element van de opsomming eindigt met een punt (einde van de zin).
Het paginanummer plaats je
boven of onderaan de pagina;
bij voorkeur aan de buitenkant van de pagina.
Kop- en voetteksten:
bij voorkeur een kleiner lettertype;
eventueel cursief of vetgedrukt.
Voetnoten:
nummeren per pagina;
twee witregels voor de voetnoot;
streepje van ongeveer 30 mm boven de voetnoot.
Eindnoten:
achteraan de tekst op een nieuwe pagina;
worden steeds doorgenummerd;
het verwijzingsteken komt achter het woord in superscript.
Bij het gebruik van citaten hou je rekening met volgende afspraken:
plaats je tussen dubbele aanhalingstekens;
accentueren door het bijvoorbeeld cursief te plaatsen.
Bij het van een inhoudsopgave hou je rekening met volgende afspraken:
staat vooraan in het document;
deze pagina's worden niet genummerd;
voorlooppuntjes helpen om het paginanummer snel terug te vinden.