Ondertussen heb je al heel wat mogelijkheden van de computer leren kennen. We hebben de computer gebruikt om teksten mee in te tikken, te verbeteren en de lay-out ervan te verzorgen. We hebben de computer ook ingeschakeld als hulpmiddel om berekeningen uit te voeren.
Een computer is nochtans een dom ding. Uit zichzelf weet of kan een computer niets. Alles moet hem van naaldje tot draadje uitgelegd worden. Voor alles wat de computer moet doen, moet een opdracht of instructie gegeven worden. Een reeks instructies wordt een programma genoemd.
Voor elke klus die we door de computer willen laten klaren, moeten we dus een geschikt programma hebben. In dit laatste deel gaan we eens bekijken hoe we een computer een aantal nieuwe taken kunnen leren.
Het is zeker niet de bedoeling om hier een gevorderde cursus programmeren te geven. De klemtoon wordt gelegd op hoe we een probleem opsplitsen in kleinere deelproblemen om zo tot een juiste oplossing te komen en de eerste stappen tot programmeren te zetten. Je kan dit in verschillende omgevingen doen. Je kan bestaande programma's zoals Excel of Google spreadsheat nieuwe opdrachten leren. Wij gaan onze focussen op Google Spreadsheat om de eerste stappen tot programmeren te zetten. Als hulpmiddel hiervoor gebruiken we Google App Script, kortweg GAS.
Om het niet nodeloos moeilijk te maken en om het “van buiten leren van programmacode” te vermijden werden voor de meest voorkomende taken kant-en-klaar-instructies gemaakt. Naar het einde van de cursus leren we deze instructies wel zelf te maken. Vertrek dus steeds van het aangeleverde sjabloon om overal te kunnen oefenen met de aangeleverde instructies.
Zoals de naam van dit cursusdeel zegt, gaat het dus niet zozeer om het aanleren van een “programmeertaal” op zich, maar wel om het “ontwerpen van algoritmen” en begrijpen van programmeerstructuren.