Met de vulgreep (+) kan je de inhoud van een cel naar aangrenzende cellen kopiëren. Dat heet doorvoeren.
Selecteer eerst de cel die je wil kopiëren en zet de aanwijzer op de vulgreep (+) zodat hij in een aangesloten kruis verandert. Sleep dan door middel van de linker muisknop deze vulgreep naar onder, rechts, links of boven.
Celadressen die in een formule worden opgenomen, zijn standaard relatief t.o.v. de formulecel. Dit wil zeggen dat Google Spreadsheets telkens nagaat hoe ver de cel waarnaar verwezen wordt, gelegen is van de formulecel. Dit wil zeggen dat wanneer zo'n formule met relatieve adressering wordt doorgevoerd, de kolommen of rijen zullen aanpassen, afhankelijk van in welke richting de formule wordt doorgevoerd.
Wanneer een celadres niet aangepast mag worden, wanneer de formule doorgevoerd wordt, noemt men dit celadres absoluut. Een celadres kan je absoluut maken door gebruik te maken van het $-teken voor de kolomletter of het rijnummer te plaatsen. Je doet dit door het $-teken in te typen of door op de functietoets F4 te drukken.
Wanneer ofwel de kolomletter ofwel het rijnummer ongewijzigd moet blijven, spreken we van gemengde adressering.
Om opmaak te kopiëren van een bepaalde cel naar een andere, ga je als volgt te werk:
selecteer de cel die de opmaakinstellingen bevat die je wilt kopiëren;
klik op de knop Opmaak kopiëren/plakken. De aanwijzer verandert in een open kruis met een verfkwast;
selecteer de cel of het bereik waarnaar je de opmaak wilt kopiëren.
Als je één of meer rijen of kolommen wil verwijderen, selecteer je de rij(en) of de kolom(men) met behulp van de rij- of kolomkoppen en voer je in het snelmenu (rechtermuisknop) de opdracht Verwijderen uit.
Het verwijderen van rijen of kolommen kan verschillende gevolgen hebben:
automatisch worden onderliggende rijen of rechts gelegen kolommen opgeschoven;
alle formules en bereiken worden automatisch aangepast aan de verwijdering;
formules die verwijzingen naar verwijderde cellen bevatten, krijgen de foutwaarde #VERW!. Die foutwaarde betekent dat de formule een ongeldige verwijzing bevat.
Je kan ook één of meerdere cellen uit het werkblad verwijderen:
selecteer de cel(len) en klik er met de rechtermuisknop op. Kies Verwijderen… in het snelmenu. Je kunt ook met de knop Verwijderen (tab Start, groep Cellen) op het lint werken en daar Cellen verwijderen… kiezen;
kies in het dialoogvenster Verwijderen of je cellen naar links of naar boven wilt verplaatsen en klik daarna op de opdrachtknop Met de opties Hele rij of Hele kolom kun je rijen of kolommen verwijderen. Het dialoogvenster verschijnt niet als je de rijen of kolommen vooraf met de rij- of kolomkoppen selecteert.
Als je één of meer rijen of kolommen wil invoegen, selecteer je de rij(en) of de kolom(men) met behulp van de rij- of kolomkoppen en voer je in het snelmenu de opdracht Invoegen uit.
Het invoegen van rijen of kolommen kan verschillende gevolgen hebben:
automatisch worden onderliggende rijen of rechtsgelegen kolommen opgeschoven;
alle formules en bereiken worden automatisch aangepast.
Je kan ook één of meer cellen in het werkblad invoegen:
selecteer de in te voegen cel(len) en klik er met de rechtermuisknop op. Kies Invoegen… in het snelmenu;
kies in het dialoogvenster Invoegen of je cellen naar rechts of naar beneden wilt verplaatsen en klik daarna op de opdrachtknop Met de opties Hele rij of Hele kolom kun je rijen of kolommen invoegen. Het dialoogvenster verschijnt niet als je de rijen of kolommen vooraf met de rij- of kolomkoppen selecteert.