Een domeinnaam is een naam in het Domain Name System (DNS). DNS is een systeem op het internet, waarmee computers worden geïdentificeerd. De domeinnaam (Domain Name) verwijst doorgaans naar een IP-adres, wat uit nummers bestaat. Het DNS kan je dan vergelijken met een telefoongids waarbij de domeinnaam gemapt wordt op het overeenkomstige IP-adres. Het is belangrijk dat je een domeinnaam goed kiest. De domeinnaam moet passen en liefst eenvoudig te onthouden en een duidelijke schrijfwijze hebben. Zowel bedrijven als particulieren maken intensief gebruik van domeinnamen, zowel om zaken en/of bedrijven te vinden, als om gevonden te worden op internet.
Zo'n domeinnaam kan gratis of betalend zijn. Een gratis domeinnaam omvat vaak de naam van het hostingbedrijf waar je je website zal hosten, online zetten.
Een domeinnaam zal je steeds terugvinden in een URL.
Bedrijven die webhosting aanbieden, zijn bedrijven die een dienst leveren om informatie op te slaan, dewelke beschikbaar is via een website. Bij deze hosting bedrijven, kan je webruimte huren, dewelke vaak gratis aangeboden wordt, tenzij men bijvoorbeeld veel opslagcapaciteit nodig heeft.
Een host is een apparaat dat verbonden is met het internet, en dus beschikt over een IP adres. Dit apparaat is in staat om tweewegcommunicatie uit te voeren met een andere apparaten op het internet.
Een IP (Internet Protocol) adres is een uniek nummer (adres) van een computer, smartphone, netwerkprinter,....
Dankzij dit uniek nummer is zo'n toestel in staat om aan het internet een vraag te stellen en ook een antwoord terug te krijgen. Zonder zo'n uniek adres is dat niet mogelijk. Een voorbeeld van zo'n IP adres is bijvoorbeeld: 192.0.2.197
Een IP-adres (Internet Protocol) is een uniek adres van een computer, smartphone, netwerkprinter,... Elke computer aangesloten aan het internet heeft zo'n uniek nummer. Je kan dit vergelijken met een telefoonnummer. Dankzij dit unieke adres kunnen computers met elkaar communiceren, anders zouden ze elkaar nooit kunnen vinden op het wereldwijde web.
Er zijn 2 soorten IP adressen: IPv4 en IPv6. Het aantal beschikbare IP-adressen hangt af van welke soort IP adres je gebruikt.
Een IPv4 IP adres wordt voorgesteld door 32 bits. Een bit kan 0 of 1 zijn. Indien we nu zo 32 plaatsen (bits) invullen met willekeurig 1 of 0, hebben we 232 (=4.294.967.296) mogelijkheden om zo'n adres samen te stellen. Mensen lezen cijfers niet in bits, maar lezen liever getallen digitaal, dus hebben we een decimale voorstelling. We splisen zo'n IP adres op in 4 gelijke delen van 8 bits. 8 bits wil zeggen 28 = 256 mogelijkheden. Aangezien we ook het getal 0 toelaten, zullen we decimaal waarden krijgen gaande van 0 tot 255.
Aangezien we zo maar 4,2 miljoen IP adressen kunnen maken en mensen meer dan 1 toestel tot hun beschikking hebben, is dat te weinig.
Een IPv6-adres wordt voorgesteld aan de hand van 128 bits (= 2128 = 3,4 × 1038 mogelijkheden). Dit zorgt ervoor dat we per bewoner op de aarde (+-10 miljard), enorm veel IP adressen kunnen toekennen. Naast deze onuitputtelijke voorraad aan IP adressen, heeft IPv6 ook nog andere verbeteringen:
overbodig maken van NAT (maakt het mogelijk meerdere nodes samen één IPv4-adres te laten delen);
gegevensbeveiliging op IP-niveau;
ondersteuning van mobiele nodes (IPv6 maakt het mogelijk een node (tijdelijk) van een ander IP-adres gebruik te laten maken).
Opnieuw gaan we deze adressen niet binair voorstellen, maar dit keer hexadecimaal. Hexadecimale cijfers gaan van 0-9 en van A-F (16 mogelijkheden per plaats, geeft zoals reeds aangegeven = 1632 = 3,4 × 1038 mogelijkheden). IPv6 adressen worden geschreven als 8 groepen van 4 hexadecimale cijfers, gescheiden door dubbele punten.
Bijvoorbeeld: 2001:0db8:85a3:0000:1319:8a2e:0370:7344
De modem is een apparaat waarmee informatiesignalen omgezet worden om over een verbinding te worden getransporteerd. Hierbij wordt bijvoorbeeld digitale informatie omgezet om over een analoge telefoonlijn verzonden te worden. De signalen van binnen het lokale netwerk, worden vertaald om over het internet verstuurd te worden.
Een router is een apparaat die de pakketten over het netwerk weet te verdelen. De router weet waar de pakketten naartoe verstuurd moeten worden, hij bepaalt als het ware de route van de pakketten.
FTP (File Transfer Protocol) is een protocol om uitwisseling van bestanden tussen computers te vergemakkelijken en te standaardiseren. FTP wordt gebruikt om lokale bestanden vanop je computer te verplaatsen of kopiëren naar bijvoorbeeld de webserver waar je bestanden worden gehost van je website.
Er zijn verschillende standaarden om te communiceren via verschillende poorten. Voor FTP gebruiken we poort 21.
Om de lokale bestanden van onze website op het internet te kunnen zetten, hebben we dus een hosting bedrijf nodig waarop we deze bestanden kunnen plaatsen via het FTP protocol.
We hebben gekozen om de hosting bij het bedrijf Alfahosting te verzorgen. Zij hebben een PHP en MySQL server draaien, waardoor onze HTML, CSS, PHP en MySQL code geïnterpreteerd kan worden.
Het programma dat we zullen gebruiken om onze bestanden bij dit bedrijf te plaatsen, gebruiken we Cyberduck.
Wanneer we Cyberduck openen moeten we inloggegevens invullen die jullie op Classroom terugvinden.
Log nu zelf in bij Cyberduck op basis van je klasnummer en wanneer je ingelogd bent, zie je gewoon een online mappenstructuur, waar je zelf bestanden vanop je computer in kan slepen.
Je kan je website vinden op volgende URL:
http://6bia.gibbrasschaat.be/student1/
http://6bia.gibbrasschaat.be/student2/
...