Inleiding

Google Spreadsheets is een toepassingsprogramma met drie specifieke functies:

• rekenblad functie: maken van rekenkundige bewerkingen;

• grafische functie: maken van grafieken;

• database functie.

Om efficiënt met Google Spreadsheets te werken, zijn er enkele belangrijke termen die moeten gekend zijn:

• cel: een snijpunt van rij en kolom met een uniek adres bestaande uit de kolomletter en het rijnummer, bv. A1, D9, Y586,...;

• actieve cel: de cel waar je gegevens kan invoeren en bewerken;

• bereik: wordt gevormd door twee of meer cellen en wordt aangeduid met het adres van de cellen die de linkerbovenhoek en de rechterbenedenhoek vormen, bv. (A10:B13);

• werkblad: een verzameling van cellen, een tabel bestaande uit rijen en kolommen, onderdeel van een werkmap;

• werkmap: groepering van werkbladen, grafiekbladen en/of macrobladen die samen een bestand vormen.

Je mag altijd de helpfunctie gebruiken die je terug kan vinden in het lint.