Een alinea laten inspringen, betekent concreet dat de linkermarge voorlopig naar rechts wordt geschoven. Maar ook de rechtermarge kan voorlopig naar links verschoven worden. Dit is het grote verschil met een tabulator!
Wens je het inspringen toe te passen op slechts één alinea, volstaat het om de cursor in de alinea te plaatsen. Wens je eenzelfde soort insprong toe te passen op meerdere alinea’s, moet je die meerdere alinea’s selecteren en dan pas het soort insprong opgeven.
Je kan de insprongen opdelen in vier verschillende groepen:
Linkse insprong
alinea springt in ten opzichte van de linkermarge
Rechtse insprong
alinea springt in ten opzichte van de rechtermarge
Verkeerd-om insprong
de 1ste lijn staat tegen de linkermarge en de rest van de alinea springt in
Eerste lijn insprong
de 1ste lijn springt in en de rest van de alinea blijft tegen de linkermarge
De insprongen kunnen op 2 verschillende manieren ingesteld (of gewijzigd) worden:
via de liniaal;
via het dialoogvenster.
selecteer de alinea(’s) waarop je de insprong(en) wil toepassen;
sleep het juiste symbool van insprong naar de gewenste plaats.
selecteer de alinea(’s) waarop je de insprong(en) wil toepassen;
kies in het lint het onderdeel Opmaak — Uitlijnen en inspringen voor de optie Inspringopties;
bij speciale inspringing kan je kiezen voor verkeerd-om of eerste regel;
vul de juiste afstand in bij de gewenste insprong;
bevestig met Toepassen.