Om een tekst te kunnen printen moeten we aan de functie een parameter meegeven met de nodige tekst.
> print("Hallo, wereld!")
=> Hallo, wereld!
Wanneer we deze instructie in de console ingeven, valt het op dat de aanhalingstekens na de uitvoering verdwenen zijn. Ook in het volgende voorbeeld:
> print("H%pa *")
=> H%pa *
Voor ons is het eerste een leesbare tekst maar het tweede is voor ons niet leesbaar. Voor Python is er geen onderscheid, zijn het beide een sliert van tekens. Alle karakters tussen aanhalingstekens zijn voor Python een sliert van tekens.
We hadden het al over de datatypes integer en float. Een sliert van tekens is een derde datatype en wordt binnen Python of in Engels benoemd als string.
Een string (sliert van tekens) maak je aan door tekens/karakters tussen aanhalingstekens te plaatsen. De toegestane tekens zijn:
letters en cijfers;
valuta symbolen en operatoren;
lees- en andere tekens;
spatie.
' --> Eenvoudige opbouw van een string, de tekst kan geen afkappingstekens bevatten. De tekst staat op 1 lijn.
" --> Eenvoudige opbouw van een string, de tekst kan afkappingstekens bevatten. De tekst staat op 1 lijn.
''' --> Complexere string is mogelijk, de tekst kan op meerdere regels staan en kan ook " bevatten.
""" --> Complexere string is mogelijk, de tekst kan op meerdere regels staan en kan ook " bevatten.
Zoals bij input() vermeld wordt alle data van de functie input() bewaard als string. Ook wanneer er cijfers worden ingegeven.
Voorbeeld in editor:
getal = input("Geef een getal? ")
print(getal)
Resultaat na uitvoering in CLI:
>
Geef een getal ? 5
=> '5'
Ook al geef je naar jou mening een getal in, bewaart Python dit als een string. In dit voorbeeld geven we een geheel getal 5 in en bewaart hij deze als de string "5". Dit is duidelijk een verschil. Wanneer we niet hoeven te rekenen met de getallen laten we de getallen gewoon als string. Moeten we kunnen rekenen met getallen dan moeten we deze waarde van string omvormen naar integer of float. Hoe je waardes of variabelen kan veranderen van type, lees je bij datatypes.
Je kan strings aan elkaar plakken door '+'. Er is geen limiet op het aantal strings dat je aan elkaar kan plakken.
Voorbeeld in editor:
voornaam = input("Wat is je voornaam?")
achternaam = input("Wat is je achternaam? ")
volledige_naam = voornaam + " " + achternaam
print(volledige_naam)
Resultaat na uitvoering in de CLI:
>
Wat is je voornaam?Matthias
Wat is je achternaam? Van Leuvenhaege
Matthias Van Leuvenhaege
Merk op: De voornaam plakt aan het vraagteken en de achternaam niet. Dit komt door de spatie die opgenomen in in de string die bij input is meegegeven.
Er is geen limiet hoeveel strings je aan elkaar kan plakken.
De backslash heeft een speciale betekenis binnen een string.
liedjes_tekst = 'Jij stond op en zei: "Hou m\'n plaats vrij"'
De backslash heeft in dit voorbeeld de betekenis dat het volgende karakter "letterlijk" moet genomen worden en dus niet mag gezien worden als begin- of eindteken van een string.
Soms dient de backslash niet om een karakter af te dwingen, maar in combinatie bij sommige letters zal de backslash een actie ondernemen. \n zal namelijk vertaalt worden na uitvoering als een enter. De \n staat voor new line.
Wat is een string?
Samenplakken van strings
Verschillende aanhalingstekens
Backslash magie